Lex Runderkamp (NOS) ontwijkt het debat [Marinab III]

door Jan Dirk Snel

.:.

[Eerste naschrift over reactie Kees Hulsman toegevoegd om 16.30 en herzien om 18.45. Tweede naschrift toegevoegd op woensdag 7 december om ongeveer 14.00 uur. Zie beneden.]

Ja, er zijn belangrijker onderwerpen op de wereld dan de reportage van Lex Runderkamp (NOS) van zaterdag 26 november 2011 over de kerkbrand in El Marinab. Als ik er nu voor de derde keer op inga, is dat alleen maar omdat ik me nu eenmaal vrij toevallig enigszins in dit onderwerp verdiept heb. En omdat de opstelling van de NOS en haar verslaggever Lex Runderkamp zo langzamerhand ietwat merkwaardig begint te worden.

Onderzoeker Kees Hulsman was samen met Lamīs Yahyá, die een uitvoerig rapport schreef, al de dag na de aanval op de kerk in El Marinab (foto: Wikipedia)

Runderkamp wil nog geen debat
Zoals bekend heb ik hier twee keer een kritisch stuk geschreven, eerst op zondag 27 november 2011 over de reportage van Runderkamp en vervolgens op maandag 5 december over zijn uitleg in een weblog van 3 december op de site van de NOS. Links naar die stukken werden behoorlijk geretweet. De inhoud hoef ik hier nu niet te herhalen.

Gistermorgen, maandag 5 december, werd ik opgebeld door een redacteur van het Radio1-programma Dit Is De Dag (DIDD) of ik eventueel bereid en in staat zou zijn om dinsdagmiddag – dat is dus inmiddels vandaag, 6 december – in het programma te komen en in de studio met Lex Runderkamp in debat te gaan over zijn reportage en mijn kritiek daarop. Let wel, het was nog geen concrete uitnodiging, men wilde weten of ik kon en wilde. Op beide vragen was mijn antwoord ja. Maar tegen half een maandagmiddag kreeg ik bericht dat Runderkamp – ‘helaas’, luidde de toevoeging – ‘(nog) niet live in debat’ wilde. ‘Misschien een later moment.’

Voor mij was daarmee de zaak afgedaan, maar curieus was het wel. Wat ik gedaan had, was immers simpelweg het vergelijken van verschillende berichten en het analyseren van de woorden van Runderkamp. Hij was in El Marinab geweest, ik niet. Ik kon alleen maar de verschillen en overeenkomst tussen zijn bericht en andere verslagen op een rij zetten en daarnaast de innerlijke consistentie en plausibiliteit beoordelen. Zijn informatievoorsprong zou zo veel groter dan de mijne moeten zijn dat moeilijk in te zien is waarom hij vooreerst geen debat aan wilde gaan. De enige reden kon, dunkt me zijn, dat hij zich niet erg zeker meer voelt van zijn zaak. Maar dan kan hij dat toch melden?

Iemand vertelde me dat het toch wel goed was om dit even op Twitter te melden. Ik was zelf niet op het idee gekomen. Over persoonlijke ontmoetingen, uitnodigingen, afspraken en zo meld ik meestal heel weinig – zij het net niet niets – via dat medium. Maar goed, ik twitterde dus:

‘Lex Runderkamp wil nog niet live met me in debat op #Radio1 #DIDD over kritiek https://jandirksnel.wordpress.com/ op zijn reportage. Benieuwd wat volgt.’

In het Nederlands Dagblad
Dat moet onder meer gelezen zijn door redacteuren van het Nederlands Dagblad. Gistermiddag kondigde journalist Gerben van IJken in twee tweets – een, twee – al iets aan en vanmorgen staat er op de voorpagina: ‘NOS-reportage ingezet tegen kopten in Egypte’. Het stuk – dat verder gaat op pagina 4 – opent met een nieuw feit dat gisteren opdook:

‘De extremistische moslimgroepering Gama’at al-Islamiya in Egypte gebruikt een controversiële televisiereportage van Lex Runderkamp (NOS) om Egyptische christenen zwart te maken. Dat meldde Arab West Report, een onafhankelijk elektronisch weekblad, gisteren.’

Het gaat hier om een artikel van maandag 5 december 2011 uit de krant Al-Misrīyūn van de genoemde groepering, dat direct door Arab West Report in het Engels vertaald is: ‘Dutch TV: ‘Copts set Mārīnāb ablaze and framed Muslims’. Kees Hulsman zal nog commentaar geven. Ik laat dit verder rusten. Het gaat mij om Runderkamps weigering om – vooralsnog, dat wil ik graag benadrukken – in debat te gaan over zijn reportage. Het Nederlands Dagblad schrijft:

‘NOS-voorlichter Rolf de Wit bevestigde gisteren dat Runderkamp door enkele radioprogramma’s (waaronder Dit Is De Dag van de EO) is benaderd om uitleg te geven.
Runderkamp heeft dat geweigerd. ‘Hij loopt niet weg voor het debat, maar wil eerst afwachten hoe gereageerd wordt op de feiten zoals hij die op de NOS-website heeft uitgeschreven. Bovendien komt de kritiek overwegend uit één hoek, uit het kamp van de EO.’’

En iets verderop (op pagina 4 inmiddels):

‘Woordvoerder De Wit wilde echter geen inhoudelijk commentaar geven. De reportage zal op basis van journalistieke merites beoordeeld worden, voegde hij eraan toe. Op de vraag waarom Runderkamp dan een debat afhoudt, houdt De Wit zich op de vlakte. ‘Runderkamp heeft aangegeven dat hij geen kopten- of moslimdeskundige is. Ja, hij is ter plekke geweest. En hij komt op basis van zijn reportage tot de conclusie dat de werkelijkheid genuanceerder is.’’

Merkwaardig. Runderkamp kan dan wel geen kopten- of moslimdeskundige zijn, hij heeft toch over kopten en moslims bericht en het gaat gewoon om de onderbouwing van zijn berichtgeving. Al dan niet specialist zijn heeft daar niets mee te maken. Op welke nadere feiten moet hij nog wachten? Die had hij toch al voor hij een verslag monteerde? Laat hem eerst ingaan op kritiek die nu voorligt.

‘Het kamp van de EO’
Helemaal vreemd is de opmerking van NOS-voorlichter Rolf de Wit dat de kritiek ‘overwegend uit één hoek, uit het kamp van de EO’ komt. Is dat zo? En is dat relevant? Ik zou toch zeggen dat het om de feiten gaat: kloppen die of kloppen die niet? Het ligt voor de hand dat sommigen zich meer in bepaalde gebeurtenissen verdiepen dan anderen, maar journalistiek gaat het toch gewoon om de vraag naar de waarheid, om de vraag of kritiek inhoudelijk juist is, niet om de vraag van wie ze komt?

Maar, hoewel ik over dit soort dingen gewoonlijk niets loslaat – men kan mij beoordelen op wat ik beweer, niet op waar ik lid van ben -, wil ik nog wel opmerken dat ik bij geen enkele ‘hoek’ en geen enkel ‘kamp’ behoor en dat ik geen lid van de EO ben, hoewel ik op uitnodiging net als veel anderen wel met veel plezier in programma’s van die omroep opgetreden ben, en dat ik al twintig, of waarschijnlijker, dertig jaar lid van de VPRO ben, zoals dat onder academici – en in ieder geval in mijn alledaagse omgeving – nu eenmaal vrijwel standaard is. Maar het doet er niet toe.

En als de kritiek vooral uit één hoek komt, zegt dat mogelijk eerder iets over het gebrek aan belangstelling uit andere ‘hoeken’. Ik vind dat steeds merkwaardig, en ik zie dat nu ook aan de wijze waarop mijn verwijzingen geretweet worden, hoezeer mensen van allerlei levensopvattingen in Nederland nog steeds in eigen wereldjes leven en dat geldt voor een deel van de ‘seculieren’ niet minder dan voor een deel van de ‘kerkelijken’ of ‘religieuzen’. Ik vrees dat De Wit de geloofwaardigheid van de NOS geen goed heeft gedaan, om het maar eens heel mild te zeggen.

Slechte voorbereiding en slordige verantwoording
Het lijkt me dat het nu tijd wordt dat Runderkamp óf eindelijk met zijn ‘sterke aanwijzingen’ komt óf toegeeft dat hij zich voor de gek heeft laten houden. Zijn houding en die van de NOS geven te denken.

Als we de zaken – zie mijn vorige stukken – nog eens op een rijtje zetten dan kunnen we ten eerste constateren dat hij slecht voorbereid op reis is gegaan. Wat hij ter plekke ‘ontdekte’, had hij allemaal kunnen weten als hij de beschikbare informatie van tevoren doorgenomen had. Ik geef toe dat ik het voorlopige verslag van Kees Hulsman, die al op 1 oktober te plaatse was – en waar trouwens al veel in stond – wel gemakkelijk ontdekte, maar dat het me tot gisteren door een zoekmachineonhandigheid ontgaan was dat het uitvoerige 29 pagina’s en bijna elfduizend woorden tellende definitieve rapport van Lamīs Yahyá, getiteld What Happened in Mārīnāb Village? An Investigative Report (pdf) van 13 oktober (hier de verwijzende pagina) allang beschikbaar was. (Zie voor uitleg mijn naschrift van gisteren.) Maar als onderzoeksjournalist had Runderkamp daar met behulp van de staf van de NOS bij Hulsman en Arab West Report navraag naar kunnen doen; het was immers aangekondigd in de literatuur die hij had kunnen en moeten kennen. De reportage was slecht voorbereid, zo blijkt uit alles. Als iemand een snelle nieuwsreportage over onverwachte gebeurtenissen moet maken, is dat begrijpelijk, maar niet als het zoals hier om een onderzoeksjournalistieke reis lang na de gebeurtenissen gaat.

En ook – tweede punt – Runderkamps verweer in zijn blogpost was niet sterk. Nog steeds kwam hij niet met zijn ‘sterke aanwijzingen’. Nog steeds had hij niet meer dan het ene verhaal van Abdallah, al probeerde hij dat wat omslachtig te verdonkeremanen. Runderkamp had beter toe kunnen geven dat hij niet meer aanwijzingen had. En ook die blogpost was een uiting van slechte research. Als hij mijn eerste blog gelezen had, had hij in het tweede naschrift kunnen lezen dat Abdallah direct na de brand niet vertelde dat kopten de brand hadden aangestoken. En als hij inmiddels het voorlopige verslag van Kees Hulsman of het definitieve van Lamis Yahyá gelezen had, dan had hij dat ook geweten. Het is dan ook vreemd dat hij wel naar een ander bericht van Hulsman verwijst, maar niet naar wat die over El Marinab berichtte. Als we Runderkamp niet van kwade trouw willen verdenken, moeten we er dus vanuit gaan dat hij zijn research nog steeds niet op orde had, ook al weten we dat hem op het bestaan van de kritiek gewezen is. Zijn reactie was dus al even slordig, om van de mildste variant uit te gaan. Maar dan moet hij wel bewust geen kennis hebben genomen van kritiek waarvan hij wist dat die bestond.

Tijd voor Runderkamp en de NOS 
Ik heb me steeds zo voorzichtig mogelijk geuit, vaak door wat omslachtige formuleringen als ‘het lijkt erop’ of varianten daarop te gebruiken. Ik ging er gisteren vanuit dat Runderkamps weigering om zich publiek te verantwoorden erop wijst dat hij nattigheid voelt. NOS-woordvoerder Rolf de Wit heeft de zaak voor zijn organisatie er ondertussen niet beter op gemaakt. Hij geeft er immers onprofessioneel blijk van in termen van partijen te denken.

We kunnen nu maar één ding verwachten. Runderkamp komt nu eindelijk wel met zijn bewijzen en hij weerlegt de verslagen van Lamis Yahyá, Cornelis Hulsman en andere artikelen en hij laat ook zien waarom ik mij vergis. Of hij geeft eindelijk toe dat hij gewoon een fout heeft gemaakt en zich voor de gek heeft laten houden. En nu ook de NOS-woordvoerder zich merkwaardig geuit heeft, lijkt me dit een zaak voor hoofdredacteur Marcel Gelauff geworden. Het wordt nu tijd voor uitleg door de hoofdredactie.

En nogmaals, er zijn belangrijkere dingen, iedereen kan fouten maken. Maar om dan voortaan als betrouwbaar te kunnen gelden zul je ze een keer toe moeten geven. Runderkamp moet nu eerst zijn geloofwaardigheid herstellen, niet langer wegduiken en dan zullen we de volgende keer weer met belangstelling kennis nemen van zijn bevindingen. Een gewaarschuwd man telt immers voor twee.

En, o ja, dat de zaken ingewikkeld liggen, dat lieten ook Lamis Yahyá en Kees Hulsman al zien en dat kon men in vele artikelen die allang voor Runderkamp in El Marinab arriveerde, gepubliceerd waren, ook al lezen. Daar had hij een mooie reportage over kunnen maken. Maar dan had hij wel moeten weten waar hij het over had.

Eerste naschrift (dinsdag 6 december, ongeveer 16.30 uur, herschreven rond 18.45 uur)

Graag verwijs ik hier nog naar twee berichten die Cornelis Huisman over de affaire schreef op Arab West Report. Eerst over de ophef: Commotion around Dutch journalist’s reporting about Mārīnāb. En vervolgens nog een verslag, Update on Mārīnāb following Dutch TV reporting, van de navraag die hij en Lamīs Yahyá vandaag telefonisch gepleegd hebben, waarbij ze onder meer met sjeich Habib, imam van een moskee in El Marinab, en met de advocaat van de kopten, Usama Rifa’at te Edfu (of Idfu), hebben gesproken.

Over de kern van de zaak is geen enkele twijfel mogelijk: een aanzienlijke groep moslimjongeren viel op vrijdag 30 september 2011 de kerk in aanbouw aan en begon die te vernielen. Dat is de essentie van het verhaal en dat wordt door vele ooggetuigen ondersteund. Sjeich Habib bevestigt het nu nog eens.

Het hele idee dat kopten eerst zelf, maar zo, zonder goede aanleiding, de in aanbouw zijnde kerk in brand zouden hebben gestoken en toen ook nog eens de politie gebeld zouden hebben om moslims die kwamen blussen, aan te geven is absurd. Als ik het goed zie, vertaalt Lamīs Yahyá in het begin van het tweede stuk de woorden van Abdallah ook uitgebreider dan het NOS Journaal in de ondertiteling deed. Het is een verhaal over een stapel banden die zou zijn aangestoken en weer geblust zou zijn. Het is bovendien een verhaal over iets naast de kerk, niet over waarom de kerk dan in de fik stond. En dat vuur was dus nog geblust ook.

Ook was er al op 1 oktober het gerucht dat ene Raouf Farid, een kopt dus, de brand was begonnen. Uit het bericht blijkt dat daar geen enkel bewijs voor is en dat niemand iets dergelijks heeft gezien. Generaal Muhammad Badrān, het hoofd van de veiligheidstroepen – of wat ook maar de vertaling is voor security (maar bij politie stel ik me weer geen generaal voor) -, was van mening dat een van de moslimjongeren, die de kerk waren binnengedrongen, het gebouw in brand moet hebben gestoken.

Men kan op allerlei details ingaan en er zijn ook allerlei geruchten en sommige daarvan worden al genoemd in het uitvoerige en beeldende rapport van Lamīs Yahyá, maar over de centrale gebeurtenis van die dag hoeft geen enkele twijfel te bestaan: een kerkgebouw in aanbouw werd door een meute aangevallen en vernield. Niemand ter plaatse, moslims, kopten, autoriteiten, twijfelt daaraan.

Kopten bouwden een kerk die zichtbaarder werd dan de oude en er waren moslims – natuurlijk niet alle, een groep – die dat niet aanstond en die besloten de kerk eigenhandig te vernielen. Dat is de kern. En daar kun je dan allerlei verhalen en details bij geven. En je kunt de achtergronden verklaren. Mensen hebben in eigen ogen immers bijna altijd wel een reden voor hun handelen.

Maar men leze dus vooral de twee nieuwe commentaren van Kees Hulsman, waar ik nu naar verwees: Commotion around Dutch journalist’s reporting about Mārīnāb en Update on Mārīnāb following Dutch TV reporting.

Tweede naschrift (woensdag 7 december, ongeveer 14.00 uur)

Pieter Omzigt van het CDA heeft samen met Joël Voordewind van de ChristenUnie zelfs Kamervragen over het geval gesteld. Ik ben vooral benieuwd of de NOS zich nog nader verantwoorden zal, nu de vragen aanhouden en meerderen zich over de affaire buigen.


(31)

[Gepubliceerd: dinsdag 6 december 2011, 13.00 uur. Eerste naschrift om ongeveer 16.30 uur, herzien om ongeveer 18.45 uur. Tweede naschrift: woensdag 7 december, ongeveer 14.00 uur.]

8 Responses to “Lex Runderkamp (NOS) ontwijkt het debat [Marinab III]”

  1. Onderwerp lijkt interessant tot je ziet hoeveel woorden iemand nodig heeft om het duidelijk te maken. Helder denken niet verboden. Jammer, ik haak af.

  2. Bedankt voor het helder en gestructureerd verwoorden van de stand van zaken over dit onderwerp. Het gaat niet alleen maar over dit punt (een klein punt misschien, vanuit onze Nederlandse luie stoel), maar ook over de betrouwbaarheid en onpartijdigheid van NOS-verslaggeving.

  3. Hoe belangrijk een objectieve en adequate nieuwsvoorziening is voor een ‘democratie’ , is een veronderstelling die toch door geen enkel ‘democraat’ betwist zal worden. Des te vreemder is het echter dat er geen instantie is die zich bezig houdt met een controle van dit onmisbare onderdeel van ons democratisch bestel. Wie of wat heeft onze nationale ‘NOS’ wel eens tegen het licht gehouden. dit geval van ‘de Egyptische Kopten en hun kerk’ is beslist niet het eerste incident waarbij men zich afvraagt of de NOS wel naar behoren functioneert. Kort geleden was het de PVVer Dion Graus die met NOS fratsen te doen kreeg!

    En dan de zgn.’Lakeman-oproep’, d.d. 1 oktober 2009, om het geld bij de DSB-bank weg te halen!
    Deze oproep werd door alle NOS-nieuwsbulletins de gehele dag herhaald! Alsof het het belangrijkste nieuws van de dag was. Ra,ra, wat zat hier achter, in de loop van de dag verandert het nieuwsbulletin immers voortdurend van onderwerpen en inhoud. Maar dus niet op 1 oktober 2009!

Trackbacks

Plaats een reactie