Archive for december, 2012

31 december 2012

Moreel schelden op de paus. I. Het volledige Volkskrant-stukje

door Jan Dirk Snel

.:.

Afgelopen vrijdag, 28 december 2012, publiceerde de Volkskrant (pagina 30 en hier op internet) een stukje van mijn hand onder de titel ‘Wij hebben gelijk, dus wij mogen op de paus schelden’. Ik had het maandagochtend, de dag voor kerst, enigszins tegen heug en meug geschreven, nadat me opgevallen was dat er nog steeds verwarring heerste over wat paus Benedictus XVI de voorafgaande vrijdag nu precies gezegd had.

Op 19 januari hielden Jürgen Habermas en Joseph Ratzinger op een bijeenkomst van de Katholische Akademie Bayern in München ieder een voordracht over ‘Vorpolitische Grundlagen eines freiheitlichen Staates’ en gingen daarover vervolgens met elkaar in gesprek.

Ik had een stukje van ruim 1400 woorden ingeleverd. Dat is eigenlijk te lang. De Volkskrant heeft daar iets minder dan vierhonderd woorden uitgehaald. Mijn stuk besloeg daarna nog het grootste deel van een hedendaagse krantenpagina en was met ruim duizend woorden voor een krant nog vrij lang. Ik plaats hieronder het originele stukje, maar daarmee is geen enkele kritiek op de gewetensvolle inkorting door de opinieredactie van de Volkskrant bedoeld.

Ik heb de zinnen en zinsdelen die in de krant geschrapt waren, met rood aangegeven. Dat voor de lezer die nog snel de resterende passages wil doornemen. Een enkele kleine en inhoudelijk onbeduidende herschikking van woorden in de krant geef ik niet aan. De tussenkopjes heb ik nu toegevoegd.

Ondertussen reageerde Bas Heijne in zijn vaste zaterdagse column in NRC Handelsblad en De Standaard, onder respectievelijk de titels ‘Homo‘ en ‘De goede verstaander‘ op mijn stukje. Ik heb een artikel naar de opinieredacties van deze twee kranten gestuurd, maar ik weet uiteraard nog niet of men ook tot plaatsing overgaat. Ik wacht daar even op, voor ik hier in een tweede stukje ook op andere reacties inga. Tot die tijd laat ik discussies op Twitter over dit onderwerp even rusten, maar ik kom daar zeker nog op terug. Er bestaan heel wat boeken met op de titelpagina ‘deel I’ zonder dat het aangekondigde tweede deel of zelfs de voorgenomen volgende delen ooit verschenen zijn, maar ik hoop dat het mij op deze weblog toch moet lukken een tweede – en, wie weet, ooit een derde – stukje te schrijven, waarin ik nader op reacties en tegenwerpingen inga.

Maar vooreerst heeft men hier de volledige tekst van mijn stukje. De lezer zal zien dat ik twee vragen behandel en met elkaar in verband breng: 1. Wat heeft de paus werkelijk gezegd? En 2. Hoe duiden we de scheldcultuur die zijn woorden ontving? Het zal ook helder zijn dat ik tussendoor ook nog aangegeven heb wat ik zelf van de opvatting van de paus vind en dat ik het op één essentieel punt duidelijk niet met hem eens ben. Maar ook al wordt dat hier uitvoeriger uiteengezet in een passage die de krant niet haalde, ik geloof dat dat zo ook al wel bleek.

 ♦

.

Moreel schelden op de paus

Een week nadat heel weldenkend Nederland zijn afkeuring over pesten had uitgesproken, trok er op Twitter een orgie van verbaal geweld en haat over mijn scherm. De paus had weer eens iets gezegd en dan kun je er donder op zeggen dat bij heel wat mensen de remmen volledig losgaan. Het wijze adagium dat het beter is je beheerst, ingetogen en beleefd te gedragen, dat een week tevoren nog zoveel bijval kreeg, geldt dan ineens niet meer. Ten aanzien van de paus is alle grofheid geoorloofd. Degene die @pontifex een ‘tyfusblock’ gaf, schold gezien het huidige geestesklimaat nog relatief netjes. Minder originele geesten konden het niet laten om eens weer over een ‘nazi in een jurk’ te beginnen. Ik denk niet dat het nodig is nog meer vuilspuiterij aan te halen.

Is het nog van belang wat paus Benedictus XVI werkelijk betoogde? Nauwelijks waarschijnlijk. Dat hij in ieder geval niet zei wat het persbureau Novum en vele media hem toedichtten – dat hij uitgehaald zou hebben naar homo’s omdat die volgens hem de rol die God hen heeft gegeven, zouden manipuleren – dat zal menigeen wel bevroed hebben. Zodra het over het Vaticaan gaat, is de internationale journalistiek immers regelmatig onzorgvuldig en soms regelrecht leugenachtig en dat was nu niet anders. De woorden ‘homo’ en ‘homoseksualiteit’ komen nergens in het verhaal voor. In zijn toespraak tot het college van kardinalen behandelde Benedictus twee onderwerpen: het gezin en de wereldwijde dialoog.

Sociaal constructivisme
Bij de vraag naar het gezin gaat het volgens hem niet alleen om een bepaalde sociale constructie , maar om ‘de vraag naar de mens zelf – om de vraag, wat de mens is en hoe men dat doet, op juiste wijze mens zijn’. Indirect haalt hij het bekende woord van Simone de Beauvoir aan dat men niet als vrouw wordt geboren, maar het wordt. Met een dergelijke sociaal-constructivistische opvatting is de paus het niet eens:

‘Het geslacht is in deze filosofie niet langer een natuurlijk gegeven dat de mens moet aanvaarden en persoonlijk met zin vervullen, maar het is een sociale rol, waarover men nu zelf beslist, terwijl tot op heden de samenleving daarover besliste. De diepe onwaarheid van deze theorie en van de in haar gegeven antropologische revolutie is duidelijk. De mens bestrijdt, dat hij een door zijn lichamelijkheid bepaalde natuur heeft, die voor het wezen mens kenmerkend is. Hij ontkent zijn natuur en besluit dat deze hem niet gegeven is, maar dat hij die zelf bepaalt.’

Ratzinger keert zich tegen het idee van een abstractie mens die zelf zijn eigen natuur kiest. Hem gaat het om de werkelijkheid die ons gegeven is. En hij beëindigt zijn behandeling van dit thema met de woorden: ‘In de strijd om het gezin gaat het om de mens zelf. En het wordt zichtbaar, dat daar, waar God geloochend wordt, ook de waardigheid van de mens verdwijnt. Wie God verdedigt, verdedigt de mensen.’

Dat is toch een weinig opzienbarende gedachtegang, zou je zo zeggen. Weinigen zullen de woorden van Simone de Beauvoir nog zonder voorbehoud onderschrijven, maar anderzijds zullen velen ook Benedictus’ conclusies niet zonder meer delen. De paus redeneert namelijk in de traditie van het natuurrecht, waarbij de natuur de bestemming van de mens uitdrukt. In zijn geval doet hij dat vanuit de thomistische traditie, maar het is ook het grondthema van de Verlichting. Heden ten dage zullen velen een positie tussen beide uitersten in kiezen: dat de natuur wel enige richting geeft, maar voor nadere menselijke invulling zullen ze meer opties aanwezig achten. In die kleine nuance ligt het hele meningsverschil.

Natuurrecht
Ging het dan helemaal niet over homoseksualiteit? Nee, niet rechtstreeks, maar indirect wel een beetje. Benedictus sluit bij zijn betoog over het gezin namelijk aan bij de Franse opperrabbijn Gilles Bernheim en die heeft wel degelijk een kritisch vertoog over het zogenaamde ‘homohuwelijk’ geschreven. Het is duidelijk dat Benedictus met zijn verdediging van het traditionele gezin van man, vrouw en kinderen zich indirect uitspreekt tegen openstelling van het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht. Het is een traditionele opvatting, die tot voor kort door vrijwel iedereen gehuldigd werd en waar men uiteraard gegronde bezwaren tegen kan hebben, maar er is weinig reden om er zich over op te winden.

En juist omdat Benedictus zich zo nadrukkelijk opstelt in een rationele, natuurrechtelijke traditie zijn er ook genoeg aanknopingspunten op dit punt inhoudelijk het gesprek met hem aan te gaan. Is het immers ook geen natuurlijk gegeven dat mensen verschillende seksuele voorkeuren hebben? De journalist Jaap Jansen haalde op Twitter bijvoorbeeld een zinnetje van Johnny Jordaan aan, die zei: ‘God heb mij zo gemaakt’. Geeft dat niet aan dat ‘menselijk natuur’ een wellicht minder eenduidig begrip is dan Ratzinger denkt? Kunnen we het ‘homohuwelijk’ juist ook niet zien als een zich voegen naar het oude, ‘natuurlijke’ patroon? (Bedenk wel dat de weerstand tegen het ‘homohuwelijk’ in kringen van homoactivisten lange tijd fel was, vanwege de veronderstelde aanpassing aan ‘burgerlijke’ normen.)

Dialoog
Het ironische wil juist dat het grootste deel van de pauselijke toespraak ging over de wereldwijde dialoog met staten, met de maatschappij en met andere religies. En dat hij daarbij aangeeft dat ook de katholieke kerk de waarheid niet in pacht heeft, juist omdat de waarheid altijd groter is dan wijzelf en ons overstijgt. Maar juist daarom kunnen we frank en vrij het gesprek met elkaar aangaan.

Gezien de reacties is het duidelijk dat velen in Nederland dat open gesprek niet willen en het zelfs ronduit verafschuwen. Zij schelden liever. En zij schelden uit naam van de moraal. Natuurlijk gaat het daarbij soms ook om onwetendheid, om reacties op wat de paus helemaal niet gezegd heeft. Maar het gaat om meer, denk ik. Zodra het om morele aangelegenheden gaat, willen velen ook geen rationele, inhoudelijke dialoog.

Het is een beetje eigen aan moraal. Moraal schrijft voor wat ‘moet’, die gaat ons naar ons besef te boven en die wordt dus afgedwongen – en in het huidige maatschappelijk klimaat wordt die dus ook door verbale intimidatie en gescheld afgedwongen. Ook in Nederland is het homohuwelijk nog relatief nieuw, maar zodra een morele opvatting wettelijk verankerd is, mag je er eigenlijk maatschappelijk niet meer aan twijfelen. Dat geldt ook zaken als abortus provocatus en euthanasie. De grote theoreticus van de democratie, de Franse denker Alexis de Toqueville (1805-1859), gaf er de verklaring al voor: de democratie zet een grote cirkel rond het denken. We mogen veel, maar er zijn grenzen. Over fundamentele uitgangspunten dienen we het volgens onze instincten met elkaar eens te zijn. Aan sommigen dingen mag je in een samenleving als de onze domweg niet twijfelen.

Het heeft mogelijk ook met een diepgaande onzekerheid te maken. Ja, homoseksualiteit lijkt in onze maatschappij geaccepteerd. Maar waarom moet er dan altijd zo luidkeels geschreeuwd worden dat dat zo is? Waarom moet iedereen die vragen stelt, direct weggehoond worden? Misschien omdat het uiteindelijk toch niet zo goed zit en men vooral zichzelf moet overschreeuwen? Het valt op hoe vaak mensen aan de paus ‘homohaat’ toeschrijven. Welnu, geen redelijk mens zal in zijn opvattingen over de menselijke natuur, hoezeer je het daarmee wellicht ook oneens bent, daarvan ook maar een spoortje aantreffen. Hoe komt men dan toch bij die veronderstelde ‘haat’? Het lijkt eerder een kwestie van projectie. Nog steeds hebben homoseksuele jongeren op middelbare scholen het vaak moeilijk en krijgen ze met haat en uitsluiting van hun klasgenoten te maken. In basale menselijke houdingen moet de verklaring liggen, waarbij voor velen een andere seksuele geaardheid dan de hunne intuïtief bedreigend overkomt.

Onvermogen
Valt er iets te doen aan het morele schelden? Niet veel, vrees ik. Schelden is nu eenmaal in. Maar we kunnen wel proberen de rationele morele discussie aan te gaan, met de paus en met het overgrote deel van de mensheid dat op dit punt zijn opvattingen deelt. Maar we zullen vooral moeten leren in onze samenleving een meer redelijke dialoog aan te gaan. Er heerst in Nederland een groot onvermogen om redelijk over ethische kwesties te spreken en dat probleem kan alleen overwonnen door met welwillenden wel de morele dialoog te voeren en daarbij de schreeuwers links te laten liggen.

En daarbij is de vraag wat de menselijke natuur is en wat die over onze bestemming als mensen zegt, niet zonder belang. Want daarin zou wel eens de diepste oorzaak kunnen zitten: de richtingloosheid van onze huidige cultuur. Heeft onze cultuur nog wel rationele grondslagen? Heeft onze moraal nog wel een onderbouwing? Of kan die alleen door middel van verbale intimidatie gehandhaafd worden?

(81)