[Zaterdag 29 november 2014] U herinnert zich ongetwijfeld nog de paniek van 1734. Vooral in de zeegewesten Holland, Friesland en Zeeland had zich toen het gerucht verspreid dat op donderdag 24 juni de katholieken in opstand zouden komen. Ze zouden plaatselijke, gewestelijke en landelijke regenten afzetten, protestanten op grote schaal vermoorden en kerken in bezit nemen. De feestdag van Sint Jan viel dat jaar samen met Sacramentsdag, hetgeen niet vaak voorkomt, en daarom was het een bijzondere dag die niet veel goeds voorspelde. Er gebeurde overigens niets noemenswaardigs op de voorzegde dag
–
Paniek aanwakkeren
We zijn er sindsdien niet echt op vooruit gegaan. In 1734 reageerden de Staten van Holland vrij laconiek. Ze raadden de magistraten van de steden aan om vooral de orde goed te bewaren. Niet alle afgevaardigden naar de Staten konden de geruchten overigens serieus nemen en sommigen dreven er de spot mee. Toen dempten politici paniek, nu wakkeren ze die welbewust aan.
Donderdag diende in de Tweede Kamer Pieter Heerma, lid van de CDA-fractie, met steun van de leden Elbert Dijkgraaf (SGP) en Malik Azmani (VVD) deze motie in:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er in een weerbare democratie geen ruimte is voor groeperingen die de democratische rechtsorde misbruiken om deze rechtsorde omver te werpen en af te schaffen;
overwegende dat hiervan sprake is wanneer groeperingen de sharia zouden bepleiten;
overwegende dat ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelt dat de sharia inherent strijdig is met het EVRM;
verzoekt de regering, voorstellen te doen om groeperingen wier doelstellingen onvermijdelijk leiden tot het terzijde schuiven van onze democratische rechtsorde te kunnen verbieden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Je zou denken dat deze tekst in een vlaag van volslagen verstandsverbijstering opgesteld moet zijn, maar toch schijnen er een aantal fracties in de Tweede Kamer voor te voelen die te steunen. Behalve de fracties van de indieners, CDA, SGP en VVD, gaat het dan volgens berichten ook om CU en PVV. Deze fracties hebben samen 74 zetels, bijna de helft dus. Als je bedenkt dat er dezer dagen enig los volk rondloopt in de Kamer, is de kans niet eens afwezig dat deze absurditeit nog een meerderheid verkrijgt ook.
–
Weerbare democratie
Hoewel dat woord er niet in staat, schijnt dit met name over politieke partijen te gaan. In de media wordt al gesproken over shariapartijen. Maar is het eigenlijk nog nodig uit te leggen wat hier mis mee is?
Principieel kan men eventueel nog van mening verschillen. Of je de democratie en de democratische rechtorde principieel moet beschermen tegen partijen die er zich tegen keren – men spreekt dan vaak net als in de motie over een ‘weerbare democratie’ – daarover bestaan op zich verschillende opvattingen. In het algemeen lijkt het me weinig zinvol en principieel onjuist. De democratie leeft van een vertrouwen dat ze zelf in haar formalisme niet genereert, maar waar ze wel steeds van afhankelijk is. Antidemocratische partijen of partijen die de rechtsstaat willen afschaffen of er zich op zijn minst ten dele tegen keren, zoals met de PVV het geval is, dient men in het publieke debat te weerleggen, niet via wetgeving. Kortom, ik denk dat je deze weerbaarheid niet formeel via beperkingen in de democratie in moet bouwen, maar dat je de weerbaarheid in de maatschappij zelf moet zoeken. De samenleving, niet de overheid, om eens met Sybrand van Haersma Buma mee te spreken. Maar dit is op zich een punt waarover men op goede gronden van mening over kan verschillen. Deze meer principiële discussie zal binnenkort wel losbarsten als Bastiaan Rijpkema Wat te doen met antidemocratische partijen? De oratie van George van den Bergh uit 1936 presenteert.
Het is op zich natuurlijk duidelijk dat een partij die de sharia in volledige omvang zou willen invoeren, ook in die categorie valt. De sharia is van alles en nog wat en het betrachten van enkele eenvoudige godsdienstige plichten is ook een kwestie van het nakomen van de sharia – vul voor sharia het vertrouwde begrip halacha in, in diverse opzichten het equivalent, en je hebt een zeker idee omtrent de gebruiksbetekenis – maar het is inderdaad waar dat een volledige invoering van de sharia zou botsen met de grondrechten of mensenrechten, zoals die onder meer in het EVRM zijn vastgelegd. Met heel ons rechtssysteem trouwens, je hoeft niet eens te specificeren. Op dat punt heeft de motie best gelijk, al is het een volstrekt overtollig gelijk. Je zou trouwens ook nog op kunnen merken dat het invoeren van de sharia via democratische weg ook in strijd is met de sharia zelf. Die heeft in zijn klassieke gedaante nu eenmaal de pretentie zo al te gelden en daarom zien lieden die op dit punt streng in de leer zijn, in de verwijzing naar de sharia, zoals die sinds de dagen van Anwar el-Sadat bijvoorbeeld in de Egyptische grondwet te vinden is, alleen maar een degradatie van de sharia. Die zou zelf immers de grondwet moeten zijn, niet slechts een onderdeeltje. Maar theorie allemaal, meer niet.
–
Wemelende shariapartijen
Maar het gaat nu niet om de theoretische vraag of we wellicht een zekere beperking op de toegang tot democratische organen kunnen invoeren. Dit is ook geen tekst met een algemene strekking in die zin, maar met een specifieke. Het gaat om het moment en de context waarin deze motie voorgelegd wordt. Is er een aanleiding? Wemelt het in Nederland van de shariapartijen die op het punt staan de vergaderzalen van de Staten-Generaal, de Provinciale Staten of de Gemeenteraden te overspoelen? Nee, natuurlijk niet.
Dat is dus het kwalijke van deze motie: de paniekzaaierij. Er is geen probleem en dat weten Pieter Heerma en kompanen natuurlijk ook dondersgoed, maar toch doen ze alsof dat er wel is. Maar waarom eigenlijk? Dat blijft de vraag. Zelfs vanuit opportunistisch oogpunt is deze motie van een ongekende dwaasheid. Alsof er ook maar enig reëel gevaar is. Wat willen de indieners dan wel? Sommigen denken: de PVV de wind uit de zeilen nemen. Door te laten merken dat ook hun partijen zo hun bedenkingen hebben, zouden ze de kiezer laten zien dat ze diens zorgen serieus nemen. Maar zo haal je echt geen kiezers bij de PVV weg. Wat de motie doet, is dus PVV-kiezers steunen in hun illusoire wereldbeeld. Je moet er maar opkomen.
Dit is echt politiek op zijn allerslechtst en allerondoordachtst. Ik besefte natuurlijk ook wel dat mijn laatste zin uit mijn stukje van gisteren naïef was, een vrome wens. Maar waarom het naïef is, dat weet ik eigenlijk niet. Wat er aan dit merkwaardige gedrag van met name de CDA-fractie, waar de eerste indiener toe behoort, ten grondslag ligt, blijkt een raadsel. Het is volstrekt in strijd met de lakonieke en principiële houding die iemand als de huidige vicepresident van de Raad van State ooit tentoonspreidde. Er zal geen fractielid zijn die niet beseft dat dit alleen uit pragmatisch oogpunt al contraproductief werkt. En men zal ook heel goed beseffen dat een aanpak als die ik gisteren verwoordde, op enige termijn veel beter werkt. En toch doet men het niet. Maar waarom dan niet? Het enige dat je er in positieve zin over kunt zeggen is dat men het politieke eigenbelang in ieder geval niet vooropstelt. Het landsbelang helaas ook niet en dat is kwalijker.
–
Besluit
Politici horen hun verantwoordelijkheid te nemen, zoals dat heet. Ze horen, ik formuleer het maar eens heel ouderwets, bij te dragen aan de handhaving van wet en orde. Ze horen geen rare shariapaniek te zaaien en flauwekulonderwerpen te agenderen.
♦
(173)