Lex Runderkamp (NOS) overtuigt niet – Nog eens over de kerkbrand in El Marinab [Marinab II]

door Jan Dirk Snel

.:.

Vooraf: Dit is een lang stuk, maar de kopjes geven de structuur aan. Wie het centrale punt wil weten, kan direct naar onderdeel 4 over de vraag wie de brand stichtte, gaan. Mijn conclusie is vooralsnog dat Lex Runderkamp voor de door hem kritiekloos doorgegeven bewering dat de kerkbrand in El Merinab door kopten zelf zou zijn aangestoken, niet meer heeft dan het ene getuigenis van een meneer Abdallah, die hij in de reportage opvoerde, terwijl zeker is dat deze man direct na de brand zulks niet beweerde. 

Een naschrift met verwijzing naar het volledige rapport van Lamīs Yahyá is op 5 december rond 16.30 uur toegevoegd

.:.

Inleiding
Vorige week zondag, 27 november 2011, schreef ik hier een stuk over een reportage van Lex Runderkamp over de brand van een koptische kerk in aanbouw in het Egyptische dorpje El Marinab op vrijdag 30 september 2011, die op zaterdag 26 november 2011 in het NOS Journaal was uitgezonden. Ik had de reportage zelf niet gezien, maar ik zag de volgende dag op Twitter nogal wat verontwaardiging over de berichtgeving. Er zijn mensen die alleen maar een vinger in de lucht hoeven te steken om te weten dat een verhaal niet waar is, maar dat is een gave waar ik niet over beschik. Je kunt soms een vermoeden of een intuïtie hebben, je zult dingen toch eerst ordentelijk uit moeten zoeken om meer te weten.

Dat heb ik vorige week gedaan door naast het bericht van Runderkamp enkele eerdere verslagen over dezelfde gebeurtenis te leggen. Het ging met name om [1] een voorlopig onderzoeksbericht van Kees Hulsman – die enkele uren na de brand in El Marinab arriveerde en daar op 1 (en misschien 2 oktober) 2011 met diverse ooggetuigen sprak – dat op 3 oktober op Arab West Report was gepubliceerd, en om [2] een artikel door Sherry El-Gergawi in Al Ahram van 11 oktober 2011. Dat waren twee berichten die Runderkamp ook had kunnen kennen voor hij eind november in El Marinab arriveerde. Met name het voorlopige bericht van Hulsman leek me zeer voorzichtig. Daarnaast heb ik met name gebruik gemaakt van [3] een bericht van Mary Abdelmassih voor het persbureau AINA (Assyrian International News Agency) dat op vrijdag 9 september 2011 net na middernacht werd gepubliceerd en waarin beschreven werd hoe sommige lokale moslims toen al dreigden om de kerk in aanbouw te vernietigen. Nogmaals: lees vooral die stukken, want ook nu zijn ze nog van belang. Er is veel meer literatuur en ik heb ook veel meer gelezen, maar het is verstandig je bij het verwijzen tot een paar degelijke stukken te beperken.

Mijn voorlopige conclusie was dat Runderkamp nog niet bewezen had dat zijn verhaal juist was en dat het er zelfs naar uit zag dat hij zich nogal in de luren had laten leggen. Wie de twee naschriften en mijn antwoorden op enkele reacties bij mijn vorige bericht bekijkt, ziet dat ik voorzichtig bleef. Alles kan immers altijd anders zijn. Het enige dat we tot dusverre wisten, is dat Runderkamp nog geen bewijs had geleverd voor de bewering van één meneer, Abdallah, die hij onweersproken aan het woord liet, dat de kopten de kerk in aanbouw zelf in brand hadden gestoken. Wel wisten we dat die Abdallah alle tot dusver bekende getuigenissen daarmee weersprak, en ook hoorden we even later – zie mijn tweede naschrift – dat hij in de dagen direct van de brand tegen Kees Hulsman niet beweerd had dat kopten de kerk zelf in de fik hadden gestoken.

Ik heb me afgevraagd of ik ook een stuk had geschreven als ik tot de conclusie was gekomen, dat het verhaal van Lex Runderkamp wel erg plausibel was. Ik weet dat natuurlijk niet zeker, omdat ik op grond van wat ik her en der las, al snel het tegendeel begon te vermoeden, maar op zich was dat zeker mogelijk geweest. In dat geval zou het namelijk interessant geweest zijn om uit te leggen dat verontwaardiging niet alles zegt en dat verhalen echt anders kunnen zijn. Maar het is een theoretische vraag. De dingen ontvouwden zich nu eenmaal anders.

Achteraf ontdekte ik dat Runderkamp twee dagen eerder al een radioreportage had gemaakt, die een iets ander accent legt. Daarin zegt hij aan het eind weliswaar dat moslims ontkennen dat ze de kerk in de brand hebben gestoken, maar hij laat veel meer horen van de druk waaronder de lokale kopten staan. Hij meldt bijvoorbeeld dat de lokale kopten al twee maanden niet meer naar school kunnen of boodschappen in de stad kunnen doen. Dat zegt natuurlijk ook iets over de omstandigheden waaronder ze zich voor de microfoon en camera uitten.

Runderkamp blogt en Kees Hulsman becommentarieert
Nu heeft Lex Runderkamp een blogstuk op de site van de NOS geschreven, waarin hij nader uitlegt hoe zijn reportage tot stand kwam. De titel is zonder meer humoristisch: de vergissing van de ‘verkeerde feiten’ – feiten kunnen dat als zodanig uiteraard niet zijn, hooguit kunnen ze in een onjuiste context belanden en bijvoorbeeld irrelevant en op die manier ‘verkeerd’ zijn – wordt hier grappig gethematiseerd. Maar het gaat natuurlijk om de inhoud. Het is zeker een interessant en deels informatief stuk, maar overtuigt het ook?

Ik zal in het volgende mijn vijf punten van vorige week nog eens langslopen. Geeft Runderkamp een bevredigend antwoord als we daarbij rekening houden wat we uit andere verslagen al meenden te weten? Daarbij heb ik nu een extra bron. Ik heb contact opgenomen met onderzoeker Kees Hulsman, die in Egypte verblijft. In een aantal e-mails heeft hij enkele vragen van me beantwoord en commentaar geleverd bij zowel mijn blogstuk van vorige week als bij de blogtekst die Runderkamp nu heeft geschreven. Ik verwerk zijn opmerkingen waar dat uitkomt. Vaak schrijft hij hetzelfde als in het AWR-verslag van begin oktober, maar het is van belang dat hij nu bij zijn beweringen blijft en ze soms nader toelicht. Inhoudelijk citeer ik letterlijk wat hij in zijn e-mails schreef, maar met zijn toestemming of zelfs op zijn verzoek heb ik de informele e-mailformuleringen hier wat spelling en schrijfwijze betreft soms verbeterd en iets aangepast. (Ik schrijf christenen, moslims en dergelijke aanduidingen altijd klein, hij doet dat met een hoofdletter, om de opvallendste wijziging maar te noemen.)

De brand was op vrijdag 30 september 2011. Hulsman was de volgende ochtend ter plaatste:

‘Ik was in Minia toen ik via een kerkelijk contact van de aanslag op de kerk in aanbouw hoorde, en ben direct met studente Lamis Yehya (Egyptisch) daarheen gegaan. Dat was een reis van 10 uren. Zaterdagochtend om 7.00 a.m. was ik in het dorp, bij verbaasde dorpelingen. Ik heb alle mensen gesproken die Runderkamp ook heeft gesproken en meer dan alleen zijn contacten. Ik kan dus uitspraken van hem prima vergelijken met ons rapport en mijn aantekeningen.’
‘De studente die bij mij was, was moslim met een soefi-achtergrond. Soefi’s staan over het algemeen heel gematigd of zelfs ook positief tegenover christenen. Zij was niet gesluierd en zo konden we het dorp niet in gaan en dus heeft zij zich eerst gesluierd. Toen we in het dorp waren, had zij al heel snel contact met een andere soefi in het dorp.’
‘Qua taal heb ik natuurlijk met een moslim Egyptische geen enkel probleem gehad. Misverstanden dat we iets niet begrepen zouden hebben, zijn er niet. We zijn enkele uren bij de verschillende mensen geweest en hebben mensen bij vragen bij het maken van ons rapport ook opgebeld om er zeker van te zijn dat we dingen goed begrepen hebben.’

1. Aantal kopten
Dan het eerste, op zich niet zo belangrijke punt, de omvang van de koptische gemeenschap in El Marinab. Runderkamp laat nu zien dat die waarschijnlijk iets groter is dan de dertig uit de reportage, maar ook weer niet zo verschrikkelijk groot. In mijn vorige reactie ging ik al uit van het tamelijk kleine aantal dat Hulsman noemde. Hij laat ook nu weten, dat hij de christelijke woningen gezien en bezocht heeft: ‘250 is echt niet mogelijk, maar 30 personen is idem veel te laag.’

2. Er was een kerk
In de reportage zei Runderkamp dat de kopten in El Merinab ‘nooit een eigen kerk’ hadden gehad. Nu schrijft hij iets anders, namelijk dat de kopten hem zelf vertelden dat ze ‘nooit een echte kerk’ gehad hebben. Een eigen kerk of een echte kerk, het onderscheid is essentieel. Runderkamp schrijft nu dat er bij de kerk in aanbouw een huis staat, waar de kopten gebedsdiensten hebben gehouden.

‘Het huis staat op instorten en dus kregen ze toestemming om deze gedoogde gebedsruimte te herbouwen.’

Dat is bijna wat in de verslagen stond die hij had kunnen kennen. Het enige wat onheldere is misschien of de nieuwe kerk precies op de plaats van de oude kwam of er net naast werd gebouwd, zoals Runderkamp nu stelt. Kees Hulsman schrijft mij in een e-mail:

‘Het was een normaal als kerk functionerende gebedsruimte en dat was bij de moslims in het dorp bekend. Het was echter een klein onbetekenend “zaaltje” (vier muren met een eenvoudig dak van stammen van palmbomen afgedekt met palmbladeren). Christenen wilden deze gebedsruimte – nogmaals bekend bij alle moslims in het dorp – veranderen in een gebouwtje dat er meer als kerk uit zou zien.’

In een bericht dat Safwat Samaan Yassa al op 1 oktober 2011 in het Arabisch schreef en dat na de Maspero-gebeurtenissen van 9 oktober op een koptische website in het Engels werd vertaald, staat overigens:

‘Contrary to the claims that it was a mere bamboo-built guesthouse, it was an old dilapidated church where Copts held prayers since 1940.’

Hulsman daarentegen schrijft:

‘Het lijkt er niet op dat het oude gebouwtje waar ik foto’s van heb (alleen van binnen, de kerk had die niet van buiten) echt bouwvallig was, maar het was wel heel simpel en eenvoudig.’

Hoe dat zit, zal Hulsman mogelijk nog wel beantwoorden in zijn definitieve rapport. Hulsman schrijft nadrukkelijk dat de oude kerk is afgebroken. Als Runderkamp meent dat ie er nog staat, mag ik toch aannemen dat hij ook de binnenruimte met het altaar gezien heeft? Hulsman is in ieder geval van mening dat het oude gebouwtje wel degelijk als kerk gold.

‘Moslims: het was geen kerk: het was niet als zodanig geregistreerd (juist), er was geen kerktoren en het zag er van buiten niet uit als een kerk (allemaal juist). Christenen bestrijden dat ook niet. Maar er werd wel gebeden, de priester ging daar wekelijks voor en een priester is in zijn duidelijke kleding duidelijk zichtbaar als zodanig voor ook moslimdorpelingen.
Ik heb op kantoor een officiële lijst van de Koptisch Orthodoxe Kerk van, naar ik meen, 2006 en daarin staat dit als kerk genoemd. Dus geregistreerd bij de overheid of niet, voor de kerk was dit een kerk en dat was geen verzinsel van 2011.
Ik heb moslims in het dorp gevraagd naar wat zij een moskee noemen. Daarin waren zij unaniem: dat is een plaats waar gebeden wordt. Oké, was mijn antwoord, dan was hier een plaats waar christenen baden, en dus was dat een kerk. Dat werd ook niet bestreden. Wat bestreden werd was dat het niet als zodanig bij de overheid geregistreerd stond.’

In mijn vorige bijdrage heb ik de oude kerk in El Mariban ‘soort schuilkerk’ genoemd: ‘van binnen een volledige kerk, van buiten niet herkenbaar’. Hier wil ik graag een mogelijk misverstand wegruimen. Ik dacht dan aan bijvoorbeeld de oude doopsgezinde en ook wel katholieke schuilkerken in Amsterdam. Iedereen wist waar die waren en iedereen die wel eens in de Rode Hoed, het vroegere Vrijburg, de schuilkerk van de remonstranten, is geweest, ziet direct dat het een kerkgebouw was, waarvan het stadsbestuur al bij de bouw in 1630 op de hoogte was. Je kon alleen niet vanaf de gracht zien dat het om een kerk ging. Maar in de Egyptische context is dat begrip mogelijk verwarrend. Het ging zeker niet om een geheime of geheimzinnige kerk. Iedereen wist dat dit zaaltje als kerk functioneerde, schrijft Hulsman: ‘Ze zagen de priester komen en gaan.’

3a. Kerk of verenigingsgebouw: de belofte van december 2010
Runderkamp schrijft nu dat het filmfragment dat hij in zijn reportage verwerkte en waarin pater Salib, de afgevaardigde van bisschop Hedra van Aswan, zegt dat het pand geen kerkgebouw, maar een ontmoetingsruimte – de vorige keer gebruikte ik ook de term gastenhuis, maar bij nader inzien denk ik eigenlijk dat we het in het Nederlands meestal over een verenigingsgebouw zouden hebben – zou worden en dat men het zou mogen afbreken als het toch een kerkgebouw zou blijken te zijn, uit december 2010 stamt. Ik dacht dat het filmpje van ongeveer 8 september 2011 was. Mijn veronderstelling was dus niet juist. Hulsman beschikt over de volledige film en schrijft:

‘Ik ken het filmpje en heb het in zijn geheel gezien. Het is inderdaad van december 2010. Er was toen een discussie in het dorp over de verhalen die toen rondgingen over de bouw van een kerk, en de priester, vader Salib, heeft door middel van wat we in Nederland een “leugen voor bestwil” zouden noemen, die discussie proberen te ontkrachten, dus voorkomen dat moslims op dat moment al problemen zouden kunnen gaan veroorzaken. Veel christenen in Egypte zien zoiets niet echt als een leugen, maar als handigheid, tijd winnen, etc. En ach, moslims doen zo iets toch ook om hun eigen dingen te bereiken.’

Hulsman voegt er aan toe:

‘Het is niet onwaarschijnlijk dat Kopten in het dorp het eveneens steeds ontkend hebben. Dat is een veelvoorkomende praktijk in een land waar het moeilijk is (niet onmogelijk) om in veel gebieden kerken te bouwen.’

3b. De vergunning: mei 2011
Ook al hebben de kopten in december 2010 dan kennelijk hun islamitische dorpsgenoten wijsgemaakt dat ze geen kerk gingen bouwen, als we het artikel van Sherry El-Gergawi in Al Ahram mogen geloven, kregen ze in mei 2011 wel een vergunning voor een gebouw dat met een koepel ook als kerk herkenbaar was. Was dat zo? Hulsman schrijft:

‘We hebben Abdallah deze vraag voorgelegd. Hij beweerde dat de vergunning voor een andere kerk was afgegeven en dat er was gerommeld met documenten. Dat kan, maar dat vergt een wat langduriger onderzoek dan waartoe Runderkamp of ikzelf in staat was.’
‘De kerk en AINA zeggen dat het valid documents waren. Abdallah bestrijdt dat dus. Welke van beide beweringen juist is, kan ik niet zeggen, maar het lijkt me dan typisch een zaak voor een rechter en niet voor brandstichting.’

3c. Een kerkgebouw wordt zichtbaar: augustus/september 2011
Lex Runderkamp stond op een gegeven moment tussen kale muren en ontbrekende plafonds en hij schrijft nu:

‘Het wordt me duidelijk dat ik hier in een kerk sta waar nog nooit een dienst is gehouden. Het is een kerk in aanbouw dus.’

De verbazing is op zijn minst merkwaardig. Dat hoefde hem niet ter plekke duidelijk te worden. Dat kon hij weten voor hij afreisde. In diverse berichten die hij vooraf had kunnen lezen, stond dat ook al. Het lijkt me moeilijk om na een brand te zien hoever men vooraf met de bouw gevorderd was. Maar in diverse verslagen, ook het koptische van 1 oktober of het AINA-verslag van 9 september, viel te lezen dat men bezig was met de bouw of herbouw van een (nieuwe) kerk.

Als Runderkamp schrijft dat de lokale dorpsbewoners pas in augustus 2011 de koepels zagen, dan lijkt dat plausibel. Toen was de bouw kennelijk zover gevorderd. Zijn verhaal over de reactie van sommige islamitische dorpsbewoners zou op zich best kunnen kloppen. Ik gokte dan weliswaar verkeerd bij de datering van het filmfragment met pater Salib, voor het overige lijkt nog steeds te staan wat ik schreef over de gebeurtenissen in september en hoe de koptische vertegenwoordigers toen instemden met de eis dat er geen uitwendige symbolen zouden worden aangebracht. Hulsman, die met pater Salib heeft gesproken, schrijft dat deze dat tegenover hem bevestigde:

‘Hij betoogde dat de kerk alles had gedaan om tot een compromis te komen, maar, vertelde hij, tevergeefs.’

Volgens de berichten is het duidelijk dat de kopten toegaven aan de eis om geen luidsprekers (waar ze toch al niet aan doen), klokken en kruisen aan de buitenkant aan te brengen. Hoe het met de koepel of koepels precies zat, is me nog steeds niet duidelijk. Het bericht in Al Ahram zegt dat de kopten weigerden die te verwijderen. In de reportage beweerde Runderkamp dat de burgerlijke ‘gemeente’ op 30 september zou komen om de koepels te verwijderen, wat dus veronderstelt dat ze er nog waren. Nu haalt hij een niet nader genoemde koptische krant aan, waartegen bewoner Michael Atilla gezegd zou hebben dat de kopten binnen vier dagen de extra meters van het gebouw hadden gehaald om aan de bouwvergunning te voldoen. Runderkamp schrijft dat de ‘bewoners’ – en hij moet hier de kopten bedoelen – tegenover hem bevestigden ‘dat ze met veel pijn in het hart zelf de koepels hebben verwijderd.’

‘Dat plaatst de kwestie voor mij wel in een ander daglicht. Want volgens de berichten zouden de moslims de koepels hebben gesloopt.’

Dat punt wordt me niet helder. Welke Runderkamp moeten we geloven? Die van de reportage (koepels waren er nog) of die van de blog (koepels waren al verwijderd)? Kees Hulsman schrijft mij:

‘De kopten hadden inderdaad beloofd koepels weg te halen en waren daar ook mee begonnen, maar het ging minder snel dat de groep moslims rond Abdallah wilde. Ze vonden dat kopten met opzet aan het treuzelen waren. Dat is natuurlijk heel goed mogelijk als je bij wijze van compromis gedwongen wordt een deel van je eigen gebouw af te breken.’

Hoe het wat de details betreft ook zij, hier hebben we het punt dat de juiste insteek voor een reportage was geweest: hoe het zichtbaar worden van een voorheen niet zichtbare, maar wel gekende en aanwezige kerk onbehagen en misnoegen veroorzaakte. Hulsman bevestigt ook dat er een kerkje vlakbij in Haj Zidan is:

‘ Daarin lagen ook de bezwaren van Abdallah. Het aantal christenen is al zo klein en ze hebben ook nog eens een kerkje in een buurdorpje en dus waarom zouden ze nog een kerk nodig hebben?’’

Dat was een verhaal geweest dat inzicht had kunnen brengen. Kopten mogen er best zijn, maar ze moeten niet te veel praatjes hebben en vooral niet iets willen veranderen, daar komt het op neer. Ze mogen wel een kerk hebben die iedereen weet te vinden, maar zodra die zichtbaar en herkenbaar wordt, dan ontstaat er protest en dan dreigt men het gebouw te vernietigen. Dat was het eigenlijke onderwerp geweest.

4. Wie stichtte de brand?
Dat bepaalde moslims al wekenlang dreigden de in aanbouw zijnde kerk te vernielen, bleek al uit het AINA-bericht van begin september, de vraag is alleen wie dat voornemen tot uitvoer bracht. Runderkamp maakt er een punt van dat het eerste filmpje van de brand van 12.17 uur is – het tweede is van 12.26, leert een illustratie. Nu zou je nog de vraag kunnen stellen of de camera goed ingesteld was. Wat in de zomertijd 13.17 is, is in de wintertijd 12.17 en het zou ook kunnen dat de camera op bijvoorbeeld onze West-Europese en niet op de lokale Egyptische tijd ingesteld stond. Maar het is eigenlijk niet nodig om zonder nadere aanleiding aan de tijd te twijfelen. Het zou dus goed kunnen dat de brand rond twaalf uur – er iets voor, er iets na – is begonnen. Zegt dat iets over de daders? Lijkt me niet. Het kan heel goed zijn dat de meeste of althans veel moslims dan in de moskee zijn voor het vrijdaggebed, het zegt toch niet dat geen enkele moslim daar niet was en dat geen enkele moslim de brand kan hebben aangestoken?

Veel belangrijker is namelijk dat alle getuigen er tot dusverre vanuit gingen dat de brandstichters moslims waren. Ik citeer Hulsman:

‘De politie was inderdaad passief. Dat waren ze ook bij tal van andere situaties na de revolutie van 25 januari, niet alleen in zaken die christenen betreffen, maar hier was de officier uitgesproken duidelijk: moslimjongeren hebben de brand aangestoken. Dit was niet alleen een duidelijke uitspraak, maar was ook vergezeld van een ooggetuigenverslag. Hij heeft het zelf gezien, maar kon niets doen, vertelde hij, omdat het aantal politiemensen dat bij hem was, daarvoor te klein was.
‘Geen van de moslims die ik op 1 oktober sprak, ook niet Abdallah, die Runderkamp aan het woord laat komen, beschuldigde christenen ervan het vuur aangestoken te hebben. Moslims uit het dorp, inclusief Abdallah, hadden het over jongeren die van buiten het dorp kwamen. Dat was de eerste verdedigingslijn. Heel typisch om onbekende mensen van buiten te beschuldigen.
De security officer was heel duidelijk dat het enkele honderden jongeren waren die na het vrijdaggebed naar het kerkje marcheerden. Dat aantal van enkele honderden zwelde tot ongeveer 1.000 jongeren, aldus de Egyptische security-man.
We hebben daarop de imam gevraagd wie daartoe had opgeroepen, en allen ontkenden dat gedaan te hebben. Abdallah heeft mij sterk de indruk gegeven dat hij de hetze tegen het kerkgebouwtje leidde. Hij was de voornaamste spokesperson van moslimkant over deze zaak. Toen ik hem op zaterdagochtend na de brand trof, was hij verrast over onze komst (de Egyptische studente en ikzelf) en dus had hij op dat moment nog niet de tijd gehad om een mooi verhaal te verzinnen. Ook toen kwam hij met het verhaal van gastenverblijf, geen registratie als kerk bij de overheid en het filmpje met vader Salib, maar op geen enkel moment heeft Abdallah toen – en ook na het gesprek met de christenen – naar een zelfverbranding van de eigen kerk in aanbouw gerefereerd.
Het lijkt erop dat Abdallah het verhaal in de loop van de weken die voorbij gingen, na de dramatisch verlopen demonstratie op 9 oktober, fraaier, beter voor zijn eigen argumenten heeft willen maken. Ook dat is geen onbekend fenomeen in Egypte. Ik heb zo’n 15 jaar onderzoeksjournalistiek gedaan, honderden van conflicten uitgezocht en wat je standaard steeds moet proberen te doen, is zo snel mogelijk ter plaatse te zijn en dus op een moment dat een verhaal nog niet is bijgekleurd voor whatever reden.’

Een en ander bleek ook al uit het verslag van Hulsman waar ik de vorige keer aan refereerde: allen waren van mening dat moslims de kerk hadden aangestoken, moslims zelf, kopten en ook de gouverneur van Aswan. Geen enkele moslim vertelde die dag dat kopten het kerkgebouw zelf zouden hebben aangestoken. Het verhaal over autobanden die door kopten in de woning naast de kerk verzameld zouden zijn, heeft Hulsman toen niet gehoord. Alleen over het aantal betrokkenen bestonden tegenstrijdige verhalen.

Runderkamp schrijft nu dat een van de moslims ’met instemming van alle anderen’ vertelde dat kopten het gebouw zelf hadden aangestoken. Hij noemt geen naam, maar dit moet, dunkt me, toch op Abdallah uit de reportage slaan. Als hij vervolgens meldt dat ‘zeker zes’ van de cliënten van een advocaat die een aantal moslims in de arm hebben genomen bij de behartiging van hun zaak ‘in procedures tegen de kopten en de lokale overheid’, het verhaal bevestigen, voegt dat weinig toe. Die zes vertelden immers dat ze toen ze de moskee verlieten, al zagen hoe de kerk in aanbouw in brand stond. Ze zagen ‘een enorme zwarte rookpluim boven het dorp’. Dat kan, gezien de datering van de filmpje. Maar ze kunnen dan niet gezien hebben wie de brand stichtte. Runderkamp heeft slechts één verhaal van één getuige die de eerste dagen na de brand niet dit soort dingen vertelde. Zolang je niet heel helder ooggetuigenbewijs hebt wie de brand heeft gesticht, ben je nooit zeker, maar voor het verhaal dat de kopten het zelf gedaan zouden hebben – Hulsman heeft het overigens wel degelijk over het verslag van een ooggetuige over brandstichting van islamitische zijde -, voert Runderkamp tot dusverre geen enkel geloofwaardig bewijs aan. Het heeft er wel alle schijn van dat zijn voornaamste zegsman weken later alsnog een verhaal in elkaar heeft gezet.

Het is op zich uiteraard heel goed mogelijk dat moslims geholpen hebben de brand te blussen. Hulsman:

‘Abdallah en anderen beweerden al wel op 1 oktober kopten geholpen te hebben bij het blussen. Het is heel goed mogelijk dat er moslims waren die de kopten te hulp zijn geschoten. Lang niet alle moslims in het dorp waren het eens met de brandstichting.’
‘Moslims zijn natuurlijk niet één geheel, niet één groep. Er waren er die tegen de kerkbouw waren en er waren er die dit te ver vonden gaan.’

5. Onderzoek
Over Egyptisch onderzoek heeft Runderkamp nu niets te melden. Ik hoef dan ook niets toe te voegen aan wat ik de vorige keer schreef, maar geef nog wel dit citaat van Hulsman door:

‘De officier in Marinab vertelde me op 1 oktober dat de overheid had besloten een factfinding commission te sturen die “zeer spoedig” in het dorp zou komen. Ze waren in ieder geval nog niet geweest toen ik daar aankwam. Dat kan ook niet als je enkele uren na de brandstichting al ter plekke bent.’

Tot slot
Runderkamp verwijst in zijn blog aan het eind naar andere gevallen. Hulsman heeft mij ook daar meer over geschreven, maar ik ga daar nu (nog) niet verder op in. Hij gaat daar zelf in zijn eigen reactie op de NOS-site, die hij mij al toegezonden heeft, maar die daar nog niet verschenen is, ook al op in. En het is hier niet zo relevant. Elk geval is anders en het is inderdaad niet altijd zo dat minderheden in het algemeen of de kopten in het bijzonder altijd de slachtoffers zijn, maar in dit geval is er voorlopig nog geen enkele reden om aan te nemen dat uitgerekend de kopten de daders van de brandstichting in hun eigen kerk in aanbouw zijn.

Ook uit Runderkamps radioreportage blijkt dat de situatie van de kopten in El Marinab al maanden uiterst penibel is. Ze konden niet naar school en niet naar de stad om inkopen te doen. Kun je dan aannemen dat lieden die zo onder druk staan en mogelijk nog steeds bedreigd worden, dan ook nog eens uitvoerig voor de camera gaan vertellen wie hun kerkgebouw wel in brand heeft gestoken?

Het is niet heel sterk dat Lex Runderkamp Cornelis Hulsman wel over een geheel ander geval aanhaalt, maar niet over de brand in El Merinab. Hij kan – ondanks het tussenkopje – geen enkel concreet of plausibel motief noemen waarom de kopten in dit dorpje zelf de brand zouden hebben gesticht. Ik weet niet of Runderkamp mijn vorige blog heeft gelezen, maar hij is er zeker op geattendeerd en vanmiddag reageerde iemand van de NOS daarop – zie onderaan bij de reacties – om mij te wijzen op de blogtekst van Runderkamp, waarbij hij het verzoek deed Runderkamps bevindingen te verwerken. Maar als Runderkamp kennis had genomen van mijn blogpost, had hij in het tweede naschrift ook kunnen lezen dat Hulsman na zijn rapportage al schreef dat Abdallah tegenover hem niets over koptische brandstichting had gezegd. Het was sterker geweest als hij explicieter op dergelijke tegenwerpingen was ingegaan.

Vooralsnog heeft het er alle schijn van de Runderkamp zich door Abdallah in de luren heeft laten leggen. Hulsman nog eens:

‘Abdallah is inderdaad in staat en heel overtuigend verhaal neer te zetten. Ik vond dat ook na mijn eerste ontmoeting met hem, maar dan moet je doorvragen en andere partijen horen. Ik ben er vrijwel zeker van dat Runderkamp vader Salib niet heeft gesproken. Heel jammer.’

Runderkamp heeft groot gelijk dat je je niet door ‘door bestaande stereotypen en angst voor islam’ moet laten leiden, en het is echt niet uitgesloten dat ‘”religieuze conflicten” soms ook terug te leiden zijn tot sociale omstandigheden ter plaatse.’ Maar in dit geval heeft hij geen enkel spoor van bewijs van zoiets getoond, werkelijk geen enkel.

Het enige dat we weten, is dat kopten in El Marinab hun oude kerk probeerden te vervangen door een nieuwe, meer zichtbare en dat er groepen moslims ter plaatste waren, die dat niet accepteerden en die dreigden de kerk te vernielen. En volgens berichten hebben ze dat ook gedaan.

Daar had Runderkamp een mooie reportage over kunnen maken: waarom mensen een kleine verandering in de openbare ruimte niet kunnen velen.

.:.

Nawoord. Mijn dank gaat uit naar Kees Hulsman, die in een aantal mails antwoord gaf op mijn vragen en de blogstukken van mij en Lex Runderkamp van commentaar voorzag. Met zijn toestemming heb ik veel opmerkingen geciteerd. Toch had ik wat de kern betreft ook zonder zijn – als zodanig zeer gewaardeerde – inbreng een ongeveer gelijksoortig, zij het wel iets korter stuk kunnen schrijven. Hulsman bevestigde namelijk vooral wat hij al eerder schreef en wat ik de vorige keer citeerde. Maar dat hij hetzelfde nu nog eens schrijft, maakt het betoog sterker. Op de datering van het filmfragmentje na kan ik vrijwel mijn gehele tekst van een week geleden handhaven.

Ook bij een analyse van Runderkamps stuk als zodanig – dus zonder nieuwe inbreng van buiten – blijkt dat hij voor de brandstichting door de kopten slechts één getuigenis, dat van Abdallah, heeft, terwijl de anderen die de these bevestigen, op het moment zelf geen ooggetuige geweest kunnen zijn. De ‘sterke aanwijzingen’ waar Runderkamp het in zijn reportage over had, ontbreken ook nu volledig in zijn blogstuk. We moeten aannemen dat hij ze dan ook niet heeft. Dankzij de reactie van Hulsman weten we nu met nog meer stelligheid dat Runderkamps ene getuige direct na de brand nog niet vertelde wat hij nu wel beweerde. Het verhaal is daarmee wel uiterst onwaarschijnlijk.

Het lijkt me tijd worden dat Lex Runderkamp nu echt met bewijzen komt of toegeeft dat hij zich waarschijnlijk voor de gek heeft laten houden. Waarbij uiteraard sommige details wel degelijk boeiend zijn. Hij had heel goed een ander verhaal over verhoudingen in Egypte kunnen vertellen. Dat kan nog. Maar dan moet hij wel eerst echt met bewijzen komen of de kern van zijn reportage herroepen.

Naschrift (5 december, ongeveer 16.30 uur).

Pas nu kwam ik er achter dat het definitieve rapport waar Hulsman in zijn voorlopige rapport van 2/3 oktober 2011 naar verwees, al lang bestond. Op de site van Arab West Report staat hier de verwijzende pagina met link naar het rapport van Lamīs Yahyá, getiteld What Happened in Mārīnāb Village? An Investigative Report (pdf). Het gaat om een zeer uitvoerig verslag, gedateerd 13 oktober 2011, van 29 pagina’s en bijna 11.000 woorden, met foto’s, verwijzingen naar documenten, links en literatuuropgaven.

Ik had het gemist, omdat ik bij de naspeuringen voor mijn eerste blogpost van 27 november met de zoekfunctie op de site van Arab West Report naar ‘Marinab’ gezocht had en alle pagina’s die opgegeven werden, bekeken had. Daar was het definitieve rapport niet bij. Ik kwam er nu achter dat diakritische tekens een belangrijke rol spelen. Alleen wie zoekt op ‘Mārīnāb’, vindt wel de pagina’s waarop het woord zo is geschreven, waaronder het definitieve rapport.

Het bericht laat zien dat de kwestie zeer complex is, maar mijn twee artikelen blijven in de kern staan, waarbij het tweede voor een belangrijk deel gebaseerd is op opmerkingen van Hulsman. Maar het is zeker nuttig het volledige rapport van Lamīs Yahyá door te lezen. Het is namelijk allemaal nog veel ingewikkelder dan in een paar zinnen weer te geven valt.

Je mag aannemen dat men bij een grote nieuwsorganisatie als de NOS over allerlei onderzoekers beschikt. Het voorlopige rapport was zo te vinden geweest. Ik stuitte er namelijk ook al snel op toen ik meer over de achtergronden van de kerkbrand te weten wilde komen. De researchers bij de NOS of Runderkamp hadden toch gemakkelijk aan Hulsman of andere medewerkers van Arab West Report naar de volledige bevindingen kunnen vragen. Een betere voorbereiding had zeker een heel wat betere reportage opgeleverd.

Nu ik het hele verslag gelezen heb, kan ik niet anders zeggen dan dat de opstelling van Runderkamp naïef en onprofessioneel was. Een verantwoordelijk journalist voor een grote organisatie hoort zich gedegen voor te bereiden. Wat hij ter plekke vernam, had hij van tevoren kunnen weten. En bij een betere voorbereiding had hij dingen beter kunnen plaatsen, ook in een klein item van enkele minuten.

Ondertussen zijn ook enkele reacties van Hulsman en van mij geplaatst onder de blog van Lex Runderkamp op de site van de NOS. De eerste en de tweede reactie van Hulsman die zondagavond rond acht uur waren geplaatst, werden daarbij pas na vele uren, vandaag na 13 uur zichtbaar (goedgekeurd), terwijl later geplaatste reacties al eerder zichtbaar werden. Waarom dat zo gegaan is, is niet bekend. Mijn reactie van vanmorgen 11.28 uur werd een uur of twee later, meen ik, zichtbaar. Een derde reactie van Hulsman is wel vrij snel goedgekeurd. Men vindt daarin een interessante verwijzing naar wat er met Runderkamps berichtgeving in Egypte nu gebeurt.

(30)

[Gepubliceerd: maandag 5 december 2011, 6.59 uur. Naschrift om ongeveer 16.30 uur]

4 Trackbacks to “Lex Runderkamp (NOS) overtuigt niet – Nog eens over de kerkbrand in El Marinab [Marinab II]”

Plaats een reactie